ooggetuige verslag

De voorbereiding van een VOC schip

Voor een VOC schip vertok naar het verre Batavia moest er een hoop dingen worden geregeld. Een reis duurde immers een hele tijd. Een goede voorbereiding was dus van groot belang. In dit hoofdstuk vertellen we de belangrijkste dingen van de voorbereiding van een reis van een VOC schip naar Batavia.
Een reis naar Batavia uit 1650 duurde ongeveer 8 tot 10 maanden. Als er onderweg dan geen grote problemen onderweg waren. Zonder goede voorbereiding aan boord kon je ervan uitgaan dat het schip Batavia niet zou halen. Voldoende voedsel, genoeg bemanning, goede zeilen en goede instrumenten om de route te bepalen waren van groot belang.
Het voedsel moest gericht worden gekocht, er waren bovendien geen koelkasten dus kon niet elk product aan boord, de producten werden ingezout tegen bederf. In de loop van het werkstuk vertellen we meer over het voedsel tijden de VOC reis. Aan boord van een VOC schip waren tussen de 180 en 350 mensen aanwezig, ze hadden allemaal wel een verschillende taak aan boord. Er waren natuurlijk mensen aan boord die ervoor moesten zorgen dat het schip kon varen. Matrozen, een schipper, stuurlieden, een kok, een chirurgijn, scheepsjongens etc. Maar er waren ook passagiers aan boord. De meeste passagiers waren handelaren die in Indië hun geluk wilden beproeven. Zo ook de handwerkslieden die ergens in de factorijen in Indië een
nieuw bestaan wilden opbouwen. En dan waren er ook de ambtenaren in dienst van de VOC. Deze passagiers reisden niet alleen, vaak ging de hele familie mee aan boord, inclusief dienaren. Het was belangrijk dat al deze personen aanwezig waren op het schip zodat het schip goed kon functioneren en hun doel kon bereiken.
Het doel van de reis, is 1 van de belangrijkste dingen in een voorbereiding. Naar welke stad gaan we varen voor ons eindpunt? Daarvoor heb je vragen nodig zoals: Met welke route komen we bij onze eindbestemming, Hoeveel tussenstops maken we onderweg, met welke navigatiemiddelen komen we bij onze eindbestemming.
Op onze reis naar Batavia nemen we 250 mensen mee aan bemanning, onze reis gaat naar Batavia, met 2 tussenstops: We maken een stop bij Kaap de Goede Hoop, en een stop bij Sorra Leone (Zie kaartje volgende bladzijde) We vertrekken in September 1650 uit Amsterdam naar Batavia.
Aan boord eten we de volgende producten: Kaas, boter, scheepsbeschuit, spek, erwten en bonen, stokvis, gedroogd fruit en levende wezens zoals varkens. Over dit voedsel hebben we een apart hoofdstuk geschreven, 

Beschrijving van de reis naar Batavia

Een reis maken met een VOC schip naar Batavia kostte zoals we al hadden gezegd ongeveer 8 tot 10 maanden, een VOC reis was dus een hele gebeurtenis, je wist nooit of je ooit nog zou terugkomen bij de plaats waar je vandaan kwam. In dit hoofdstuk laten we een kort reisverslag zien, een soort scheepsjournaal dus van onze reis. Daarnaast zetten we ook de belangrijkste meetinstrumenten van vroeger neer, waarmee ze de reis naar Batavia konden bepalen.
september 1650: We beginnen onze reis in Amsterdam, inmiddels zijn alle 250 mensen aan boord van het schip. Het eten en het verse drinkwater word ook aan boord gebracht, zodat we genoeg te bikken hebben. Verder moeten we ervoor zorgen dat er medicijnen aanwezig zijn voor het geval dat er een ziekte uitbreekt op het schip. We denken klaar te zijn voor de reis nadat we de alledaagse benodigdheden tot ons bezit hebben.
oktober 1650: We zijn echt geërgerd dat we na 1 maand al midden in een windstilte zitten, dit is geen goed vooruitzicht voor onze reis, en we hopen dat we voor het einde van het jaar nog bij Sorra Leone aankomen, maar daar zullen we wel betere weersomstandigheden voor nodig hebben.
november 1650: We zijn blij dat we eindelijk beter vaarweer hebben. Droog met veel wind, zodat we snel aankomen bij onze eerste tussenstop. Een nadeel is dat het erg koud is waardoor er al een paar mensen zijn gestorven aan onderkoeling. 
december 1650: We zijn blij dat we, na een paar zware maanden achter de rug te hebben gehad, bij onze eerste tussenstop zijn gekomen, namelijk Sorra Leone. Een groot deel van ons voedsel is snel opgegaan door de koude weersomstandigheden. We laden nieuw voedsel en maken ons klaar voor de reis naar Kaap de Goede Hoop. Er zijn 17 mensen overleden, wat voornamelijk kwam door onderkoeling door weer en wind. 
januari 1651: We zijn volgetankt met een frisse lading van voedsel, water en niet te vergeten, het humeur van de bemanning. Iedereen voelt zich beter na deze tussenstop. De bemanning hoopt al op zonnig weer, alleen denken wij dat dit nog niet van toepassing is. We hebben nog een lange reis voor de boeg.
februari 1651: Doordat we in een zware windstorm terecht zijn gekomen, zijn al 2 zeilen ( 1 grootzeil, 1 voorzeil) kapot gegaan. Hierdoor zal het wat langer duren totdat we Kaap de Goede Hoop zullen bereiken. We hebben de zeilen aan boord proberen te maken, maar we hebben niet voldoende materiaal ervoor. Ook vrezen we dat de kapitein niet helemaal gezond meer is.
maart 1651: Eindelijk bereiken we Kaap de Goede Hoop, de plaats voor een VOC schip om weer allemaal gezond voedsel in te slaan. We hadden snel nieuw vers drinkwater en verse groenten nodig, ook hebben we onze 2 kapotte zeilen gerepareerd, zodat we weer sneller vooruit komen. Intotaal zijn er nou 49 mensen overleden, onze kapitein hebben we helaas met scheurbeuk hier moeten achterlaten.
april 1651: Er is iets gebeurd waar we niet trots op zijn en waardoor de sfeer aan boord erg is gedaald. Er is namelijk een opstand geweest tegen de nieuwe kapitein. Deze kapitein had regels die in tegenstelling waren met de vorige kapitein. We zijn door onoplettendheid een klein beetje van onze koers afgeweken. We hebben gelukkig wel zonnig weer.
mei 1651: We hadden gehoopt al bij onze eindbestemming te zijn, maar mede door het slechte weer, en kapotte zeilen zullen we ieder geval nog 1 maand onderweg zijn. Gelukkig hebben nu zonnig weer en nog genoeg voorraden om Batavia te halen. We hopen geen windstiltes meer te krijgen tijdens onze reis, zodat we eerder aankomen.
juni 1651: Na een gruwelijk lange reis hebben we ons doel weten te bereiken door onze vracht te kunnen leveren bij haar eindbestemming, Batavia. Toen we aankwamen was al ons eten op of bedorven, op een varken na. Tot onze spijt zijn er 73 mensen overleden aan scheurbuik, vechtpartijen of straffen aan boord. Deze mensen moesten we helaas over boord gooien. We zorgen dat het schip weer vol komt met genoeg eten, mensen en vracht, zodat we ons klaar kunnen maken voor de terugreis. 
Om de bestemming naar Batavia te bereiken hadden we vroeger verschillende meetinstrumenten nodig want naast de maan en de sterren was er verder niks op zee waaraan je kon zien welke richting je op voer. Hieronder zetten we de belangrijkste meetinstrumenten 
De belangrijkste meetinstrumenten om bij Batavia te komen.
Astrolabium: Zee-astrolabium 
Uiterlijk: Verticaal opgehouden cirkelvormig meetinstrument met graadverdeling aan de omtrek en draaibare peilaanwijzer, de Alhidade, waarmee de hoogte van een hemellichaam kan worden gemeten. Het werd gebruikt om de breedtegraad van een schip op zee te meten door de middaghoogte van de zon te meten of de hoogte van een bekende ster. Het instrument had vrij grote afwijkingen. 
Jacobsstaf: Eenvoudig 16e-eeuws instrument om de hoogte van hemellichamen vast te stellen. 
Uiterlijk: Het instrument bestaat uit twee latten: een hoofdlat en een daaraan verbonden verschuifbare dwarslat. Op de hoofdlat staan graden aangegeven. Je richt de hoofdlat op de poolster en beweegt de dwarslat net zolang totdat deze op de horizon wijst. De hoek is nu af te lezen; op de Noordpool 90 graden en op de evenaar 0 graden. Opvolger van de astrolabium, voorloper van octant en sextant.

Kompas: Instrument met draaibare wijzer, die zich op de magnetische noordpool richt en waarbij de wijzerplaat, de kompasroos in 32 streken en/of 360 graden is ingedeeld; bij het sturen wordt van de streken uitgegaan, voor het bepalen van de kompasvariatie van graden; kompasafwijking of -variatie: zie Afwijking.

Nocturlabium: Sterrenklok. Instrument om bij duisternis de tijd te meten. De gebruiker stelt de datum in en kijkt door het gat naar de enig stationaire ster: de poolster. Daarna de wijzer van het nocturlabium langs de twee uiterste sterren van de Grote Beer; Merak en Dubhe. Hun posities bepalen de tijd die door dezelfde wijzer op het instrument wordt aangegeven.
Kwadrant: Navigatie instrument in de vorm van een van houten gemaakt kwart cirkel. Het instrument werd met één rechthoekszijde gericht naar het hemellichaam, een schietlood gaf de gemeten hoek weer. Het kwadrant was minder geschikt voor hoekmetingen bij slecht weer, omdat de slingeringen van het schip ook het schietlood in beweging brengen.

Wat werd er aan boord gegeten, en hoe kwam men aan dit voedsel?

Als je je bedenkt dat je een paar volle maanden op een schip moet leven moet je goed kunnen inschatten hoeveel voedsel er mee genomen moet worden om niet onderweg zonder voedsel te zitten. Want als dat het geval was, je kwam zonder eten te zitten, dan had je weinig kans op overleven als er geen land in de buurt was. De mensen aan boord van het VOC schip hadden al niet geweldig te eten, en als je dan zonder komt te zitten takelt je lichaam heel snel af. Om dit alles te voorkomen moesten ze genoeg, en even belangrijk, het juiste voedsel mee nemen om de reis te kunnen doorstaan.

Met het juiste voedsel wordt bedoeld dat ze voedsel aan moesten slepen dat lang houdbaar was. Omdat er nog geen koelkasten of vriezers waren hadden ze veel gedroogd en/of gezouten voedsel mee. Doordat het voedsel gedroogd en/of gezouten was bedierf het veel minder snel, en hadden ze toch vitamines. Voedsel dat in ieder geval mee ging, voornamelijk omdat het lang houdbaar voedsel is, waren:

Kaas: Als je kaas meeneemt als het jong is, en je bewaart het op de juiste manier kan het nog heel lang goed blijven.

Boter: De boter was lang houdbaar en het was ook goed voor de mensen aan boord om wat vetten binnen te krijgen.

Scheepsbeschuit: Alleen de naam zegt het al, het is voedsel speciaal voor op het schip, beschuit dat langer houdbaar is.

Spek: Vlees is gezond, en als het lang houdbaar is heb je ook nog vlees halverwege de reis.

Erwten en bonen: Dit voedsel is erg voedzaam en het is dus een goede keus om dit mee te nemen.

Stokvis: Vis is erg gezond en er zitten veel vitamines in, als je het nog langer houdbaar wilt maken dan kun je het nog zouten ook. Want zo eet je het uiteindelijk toch.

Gedroogd fruit: In de VOC tijd wisten ze gelukkig al wel dat fruit erg gezond is, dus dit namen ze mee, om het niet te laten bederven lieten ze het drogen.

Wat een andere optie was, die we op zich best grappig vinden, was dat ze gewoon levende dieren meenamen aan boord van het schip. Zodra ze zin hadden in een balletje gehakt, slachtten ze gewoon een koe en aten die op. Het bewaren van je voedsel op deze manier, was op zich een heel handig idee, zo bedierf je voedsel niet en kon je het bewaren zolang je wilde. Er was wel een groot nadeel, de beesten moesten ook eten, het voedsel van de dieren nam natuurlijk ruimte in en had ook een redelijk zwaar gewicht. 

Wat een oplossing was ter voorkoming van ziektes aan boord van het schip, was een tussenstop maken op een plaats waar genoeg vitamines waren voor de mensen aan boord. Als deze plaats er niet is, moet die gemaakt worden. Dit werd ook gedaan, op Kaap de Goede Hoop werd een vestiging gesticht om verse groenten te verbouwen. Het schip kon hier dus aanstranden om vers voedsel en vers drinkwater in te slaan.
Want water heb je nodig om te overleven, ook al heb je nog zoveel groentes, als je geen water hebt dan overleef je het niet. Het was dus erg belangrijk dat het water goed bleef, en er bij Kaap de Goede Hoop vers van werd gehaald. 

De problemen tijdens de Reis

Tijdens een reis met een VOC schip deden zich vanzelfsprekend verschillende problemen voor. Problemen die fatale gevolgen hadden aan de vracht en/of de bemanning van het schip. Hieronder staan de meest voorkomende en de belangrijkste problemen beschreven:

Ziektes:
Het meest voorkomende probleem waar je mee te maken zou kunnen krijgen als je een lange reis ging maken, was om ziek te worden. Het feit dat iemand op het schip ziek werd was op zich nog niet eens zo’n heel groot probleem, omdat er genoeg matrozen aan boord waren. Ook waren er vaak meer dan een stuurman en kok aan boord van het schip zodat die elkaar konden afwisselen.
Wat veel erger was, was het feit dat nu nog steeds zo is, als er een iemand ziek wordt dat steekt diegene vaak ook de andere aan. Dit gebeurde zeker aan boord van een schip doordat de matrozen vaak allemaal bij elkaar sliepen en iedereen toch constant op elkaars huid zit. Ook als de bemanningsleden elkaar niet aan zouden steken, zouden ze als nog bij de meeste gevallen allemaal ziek worden, doordat bijvoorbeeld het eten of het water bedorven was. Een veel voorkomende en bekende ziekte waarmee bemanningsleden vaak te maken hadden was de zogenoemde scheurbuik, wat je kreeg door een tekort aan vitamine. 

Vijandelijke schepen en piraten:
Een zeer lastig probleem die je kon overkomen was het tegenkomen van een vijandelijk schip of een schip vol piraten. De meeste VOC schepen hadden wel geschut waarmee ze zichzelf redelijk konden verdedigen, maar vaak was dit niet genoeg om zich te weren tegen de piraten. Een vijandelijk schip waarmee je in gevecht zou gaan, zou je schip fataal kunnen beschadigen en eventueel je voedsel kunnen stelen. Een schip vol piraten zou natuurlijk gaan voor je vracht dat je vervoerde, als je die kwijt was had je al die zeemijlen voor niks afgelegd. Kortom, een vijandelijk schip of de piraten kon je maar beter uit de weg gaan als je je vracht heelhuids wilde afleveren.

Windstiltes of zware stormen:
Wat ook een probleem kon zijn en waar je niks tegen kon doen, waren de weersomstandigheden. Bij bijvoorbeeld een windstilte kon je geen kant meer op omdat het VOC schip alleen aangedreven werd door de wind. Dit bracht een aantal serieuze gevolgen met zich mee, het voedsel was namelijk beperkt en kon door windstiltes sneller opraken. Ook werd de vracht te laat geleverd of opgehaald als er meerdere malen een windstilte op zou treden.
Wat een ander gevaarlijke weersomstandigheid was, dat was storm.Als er een storm los brak kon je niets meer doen dan de zeilen inklappen en je volle vertrouwen blijven houden in de stuurman. Je moest je als bemanningslied totaal overgeven, omdat je niks in de hand had. Als je geluk had, en de stuurman ook een beetje ervaring had met het tegen- en meesturen van de golven dan overleefde je de storm en was je hooguit een beetje doorweekt, als je pech had ging je met schip en al ten onder.

Onderlinge vechtpartijen:
Buiten de ziektes, weersomstandigheden en vijandelijke schepen, waren er nog andere problemen die zich konden voordoen in of op het schip zelf.
Net zoals iedereen en overal heb je wel eens ruzie met elkaar, soms maak je dat goed met elkaar, soms loopt het uit tot een vechtpartij, wat minder prettig is. Een vechtpartij is nooit leuk voor de mensen die erin betrokken zijn, maar aan boord van een schip is een vechtpartij natuurlijk helemaal onaangenaam. De ruimte is erg klein en andere mensen kunnen er al snel gewild of ongewild bij betrokken raken. 
Een vechtpartij aan boord van een schip doet niets en niemand goed. De overlevende bemanningsleden na een vechtpartij kregen vaak te maken met een straf en/of een boete aan het eind van de reis. De gevolgen van een vechtpartij konden ook vervelend zijn, er zouden belangrijke bemanningsleden om het leven kunnen komen waardoor de boel na de vechtpartij helemaal een rotzooitje wordt. Ook zou de vracht kunnen beschadigen waar je natuurlijk niemand goed mee doet.

Opstanden tegen de leiding van het schip:
Dit probleem zou het probleem hierboven als gevolg kunnen hebben, een ding is zeker, het was een probleem dat regelmatig voorkwam. Als je het vanuit de ogen bekijkt vanuit een normaal bemanningslid is het nog helemaal zo gek nog niet. De leiding aan boord van zo’n schip was vaak heel erg egoïstisch en zette zichzelf sowieso op de voorgrond. Van de verdienste van het vervoeren van de vracht werd het grootste deel verdeeld onder de leiding, terwijl daar nog veel minder mensen van waren. Dit is toch al een punt om in opstand te komen. Vaak had de leiding ook beter te eten, en ze hadden ook een veel betere slaapplaats dat de normale bemanningsleden. 
Als de bemanning in opstand kwam, dan liep het soms uit op een vechtpartij, of de opstand van de bemanning echt wat teweeg bracht was heel afhankelijk van de kracht en macht van de leiding.

Het uitbreken van een brand:
Een probleem als brand was ook erg onaangenaam, omdat je geen kant uit kan als je op zo’n schip zat, je zou in het water kunnen springen alleen is de vraag dan hoelang je dat volhoudt. Zodra de brand ontdekt werd als die nog klein was, dan viel het vaak nog wel te blussen, maar als de brand zich eenmaal goed ontwikkeld had dan was je verder van huis. Of de brand ontstond doordat er gerookt werd weten we niet, omdat we namelijk niet weten of er überhaupt wel gerookt werd. Wat een mogelijkheid zou kunnen zijn voor het ontstaan van een brand op een schip, is dat er geen elektriciteit was en er dus licht gemaakt werd met kaarsen en olielampen die konden lekken. 

Paalwormen die hout aten: 
Wat een probleem was die echt niet te bestrijden was als het er eenmaal was, waren houtwormen die de boot aanvraten. Doordat het schip helemaal van hout was gebouwd was er echt een groot probleem als er paal of houtwormen aan boord van het schip waren. Ze zullen niet gelijk heel het schip opeten, maar ze waren wel effectief genoeg om heen schip te laten lekken. Hierdoor kon de vracht beschadigen en als het schip te vol liep met water was er vanzelfsprekend een kans dat het schip zou gaan zinken.

Zoals er in de hierboven genoemde problemen staat vermeld hadden de meeste problemen tot gevolg dat de vracht zou beschadigen, of dat het zelfs verloren zou gaan.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb